Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [51]scheurde Jakob zijn klederen, en legde een [52]zak om zijn lenden; en hij [53]bedreef rouw over zijn zoon [54]vele dagen. 51. Zie boven, vs.29. 52. Dat is, een zeer grof, slecht en onkostbaar kleed, [wel niet juist als een rechte zak], waarmede de ouden zich plachten te bewinden, als met een zak, tot bewijs van groten rouw en droefheid. Zie 2 Sam.3:31; 1 Kon.20:32, en 1 Kon.21:27; Ps.35:13; Klaagl.2:10; Matth.11:21. 53. Of, droeg; alzo 1 Sam.15:35, en 2 Sam.13:37. 54. Dat is, langen tijd, meer dan men gewoon was te doen.